1 Kings 22:39
77) elpenbenen huis, Hebreeuws, het huis des tands; dat is, der olifantentanden. Zie boven, 1 Kon. 10:18. 1Ki 10.18 78) in het boek Zie boven, 1 Kon. 14:19; idem vergelijk de aantekeningen 1 Kon. 16:20. 1Ki 14.19 16.20 Psalms 45:8
22) daarom Of, omdat u, enz. gelijk boven Ps. 45:3. Ps 45.2 23) uw God Te weten, de Vader. Verg. Ps. 22:2; Joh. 20:17. Ps 22.1 Joh 20.17 24) vreugdeolie Versta, de zalving des Heiligen Geestes, die een oorsprong en werker is aller geestelijke vreugde, enz. Zie Hand. 10:38. Ac 10.38 25) medegenoten Dat is, alle gelovigen, die des Heeren Christus' ledematen en ui genade door Hem tot priesters en koningen gemaakt zijn; 1 Petr. 2:9; Openb. 1:6. Zie ook Joh. 3:34. 1Pe 2.9 Re 1.6 Joh 3.34 Amos 3:15
32) winterhuis met het zomerhuis slaan; Alles wat zij tot plezier en pracht gebouwd en gebruikt hebben, zal Ik vernielen. Dit ziet op de gewoonte der groten, die alom in het land schone en kostelijk vertrekken en lusthuizen, idem koniklijke paleizen, gebouwd hadden, om in den zomer zonder belet van hitte, en in den winter zonder belet van koude in allerlei wellust onverhinderd door te brengen. Verg. Richt. 3:20; Jer. 36:22, met de aantekening. Jud 3.20 Jer 36.22 33) elpenbenen huizen zullen vergaan, Zie 1 Kon. 22:39. 1Ki 22.39 Amos 6:4
15) elpenbenen bedsteden, Hebr. tands. Zie 1 Kon. 10:18. Verg. de beschrijving der koninklijke pracht, Esth. 1:6. 1Ki 10.18 Es 1.6 16) weelderig zijn Of, overdadig, overvloedig. Anders: die zich weeldelijk uitstrekken, uitbreiden, [gelijk een weelderige wijnstok. Ezech. 17:6], alzo in Amos 6:7. Eze 17.6 Am 6.7 17) lammeren van de kudde, Te weten, de beste, uit het volgende. 18) midden van den meststal. Kiezende de vetste, uit de plaats waar men gewoon was te mesten.
Copyright information for
DutKant