1 Kings 12:7
12) knecht van dit volk wezen zult, Dat is, hen involgen zult, hun toestaande hetgeen zij met beleefdheid aan u verzoeken. Vergelijk hiermede 2 Kron. 10:7. 2Ch 10.7 13) goede woorden Dat is, aangename, vriendelijke en troostrijke redenen. Zie boven, 1 Kon. 1:42. 1Ki 1.42 14) knechten zijn. Zie boven, 1 Kon. 12:4. 1Ki 12.4 1 Kings 22:8
12) den HEERE Merk dat deze afgodendienaars nog willen schijnen den waren God recht te kennen en te zoeken, om hem te gehoorzamen. 13) goeds Dat is, dat mij aangenaam is. Zie boven, 1 Kon. 1:42. 1Ki 1.42 14) Micha, Die te onderscheiden is van den profeet Micha, toegenaamd de Morasthiet, omdat hij in de stad Morasa geboren was, Micha 1:1, die geleefd heeft ten tijde der koningen van Juda, Jotham, Achaz en Hizkia. Mic 1.1 15) zegge niet alzo! Dat is, haat den persoon niet om des woords wil, en versmaad het woord niet om des persoons wil. 2 Kings 25:28
44) vriendelijk met hem, Hebreeuws, hij sprak goede dingen. Zie 1 Kon. 12:7, en Jer. 12:6. 1Ki 12.7 Jer 12.6 2 Chronicles 10:7
8) goedertieren Hebreeuws, voor goed, of ten goede; dat is, genegen tot goedertierenheid, vriendschap en weldadigheid. Vergelijk Neh. 5:19; Ps. 86:17. Ne 5.19 Ps 86.17 9) te allen dage Dat is, zolang als gij leeft. Jeremiah 12:6
18) met volle [stem] Of, met een volle vergadering, bij hopen, vergelijk Jer. 4:5. Jer 4.5 19) geloof hen niet, Of, vertrouw hen niet; zie boven Jer. 9:4. Jer 9.4 20) vriendelijk Hebreeuws, goede dingen, gelijk 2 Kon. 25:28, en onder Jer. 52:32. 2Ki 25.28 Jer 52.32 Jeremiah 52:32
Copyright information for
DutKant