1 Kings 1:52
69) vroom man zal zijn, Hebreeuws, tot een zoon der vromigheid, of deugdzaamheid. Het Hebreeuwse woord betekent niet alleen sterkte en vromigheid des lichaams, maar ook deugd en vromigheid des geestes, gelijk 1 Kon. 1:52, en Ruth 3:11; Spreuk. 31:10. 1Ki 1.52 Ru 3.11 Pr 31.10 70) daar zal niet van zijn haar Dat is, hem zal het minste leed niet geschieden. Zie deze spreekwoordelijke manier van spreken 1 Sam. 14:45, en 2 Sam. 14:11. 1Sa 14.45 2Sa 14.11 Ezra 4:1
1) wederpartijders Zie van dezen Ezra 4:7,8,9. Ezr 4.7,8,9 2) gevangenis Hebreeuws, vervaring, of, vervoering, wegvoering, ballingschap; dat is, die weggevoerd en gevangen geweest waren in Babel; alzo dikwijls in het volgende. Proverbs 31:5
15) niet drinke, Te weten elkeen der koningen en prinsen. 16) gezette Het Hebreeuwse woord betekent hetgeen als ene wet, niet alleen eens geordineerd en vastgesteld is om onderhouden te worden, maar dat ook tot zulk een einde in steen, koper, of iets anders ingegraveerd, gesneden of geschreven is, waarnaar de uitspraak van den rechter ten allen tijde moet ingericht zijn. 17) verdrukten Hebreeuws, kinderen der verdrukking; dat is verdrukte mensen. Alzo kinderen des doods, Ps. 78:11, voor mensen, die ter dood geigend zijn. Kinderen der verandering, of des ondergangs, Spreuk. 31:8. Kinderen der gevangenis, Ezra 4:1, voor mensen, die gevangen waren geweest. Kinderen der vervloeking, 2 Petr. 2:14, voor vervloekte mensen. Ps 78.11 Pr 31.8 Ezr 4.1 2Pe 2.14 Jeremiah 48:45
112) bleven staan in de schaduw van Hesbon; Dat is, namen hunne toevlucht in de koninklijke stad Hesbon, menende aldaar geborgen en beschermd te zijn. 113) vuur is uitgegaan van Hesbon, Zie Num. 21:28. De zin is: Gelijk te dien tijde de overheersing des lands van Hesbon begon, zo zal het nu ook geschieden, zodat zich daar niemand zal kunnen bergen. Nu 21.28 114) van tussen Sihon, Dat is, uit het midden der stad, die Sihon den Moabieten eertijds benomen had; Num. 21:26. Nu 21.26 115) kinderen van het gedruis verteerd. Der Moabieten, die zo groot gewoel maakten en zo hoog pochten en snorkten. Vergelijk boven Jer. 46:17, met de aantekening. Jer 46.17
Copyright information for
DutKant