‏ 1 Corinthians 7:7

11) ik wilde

De apostel verklaart, om de redenen die daar zullen verhaald worden, dat hij liever had dat zij allen de gave der onthouding hadden. Doch evenwel dat een iegelijk moet letten op de gaven, die hij van God daartoe ontvangen heeft; de een namelijk om zich te onthouden, de ander om het huwelijk in eer en matigheid te gebruiken.

‏ 2 Corinthians 6:14

29) een ander juk aan met

Dat is een juk, of gemeenschap met degenen, die van ongelijke religie zijn, gelijk de afgodische heidenen waren. Waarmede hij niet allerlei gemeenschap verbiedt, want dat zou strijden met hetgeen hij gezegd heeft 1 Cor. 5:10, maar alleen zulke gemeenschap, waardoor zij ook tot de gemeenschap van hunne afgoderij of andere zonden zouden worden gebracht, of de ongelovigen in hunne zonden gesterkt; en is ene gelijkenis, genomen uit de wet, Deut. 22:10, waar God verbiedt, dat zij in het ploegen den os en den ezel niet zouden samenvoegen.

1Co 5.10 De 22.10

‏ Philippians 2:25

85) tot u te

Namelijk nu terstond met dezen zendbrief.

86) Epafroditus,

Zie van hem ook Filipp. 4:18. Sommige menen, dat hij dezelfde zou zijn die Epafras genaamd wordt, Col. 1:7, en Col. 4:12; Filem.:23, maar dat is onzeker.

Php 4.18 Col 1.7 4.12

87) mijn broeder,

Dat is, mijn medebroeder en een leraar des Heiligen Evangelies.

88) medearbeider

Namelijk in het werk van de verkondiging des Evangelies.

89) medestrijder,

Namelijk in den geestelijken strijd tegen de vijanden des Evangelies, met grote moeite en gevaar zijns levens.

90) afgezondene,

Grieks Apostolon; welk woord in het bijzonder betekent enen die van Christus zelf geroepen en uitgezonden is, om het Evangelie te prediken door de gehele wereld, Gal. 1:1; Ef. 4:11; maar hier wordt het breder genomen in het algemeen, voor een die van iemand afgezonden is, om uit zijnen naam of voor zich iets uit te brengen hetgeen zij tot zijn onderhoud toegevoegd hadden. Of ook, uwen leraar; want alzo wordt dit woord ook somtijds genomen voor allerlei leraars. Zie Rom. 16:7; 2 Cor. 8:23.

Ga 1.1 Eph 4.11 Ro 16.7 2Co 8.23

91) bedienaar

Waarom de apostel hem zo noemt, wordt breder verklaard Filipp. 4:23.

Php 4.23
Copyright information for DutKant