1 Chronicles 8:32-34
20) dezen woonden Te weten, enige hoofden dezer geslachten woonden te Jeruzalem met andere Benjaminieten, tegenover die Benjaminieten, die in de landpale van Gibeon woonden. 21) Ner Anders, Abil, 1 Sam. 9:1. 1Sa 9.1 22) Abinadab, Anders, Ischvi, 1 Sam. 14:49. 1Sa 14.49 23) Esbaal. Anders, Isboseth, 2 Sam. 2:8. 2Sa 2.8 24) Merib-baal, Anders, Mefiboseth, 2 Sam. 9:6,10. Hieruit blijkt dat de naam Bal en Boseth verwisseld worden. Bal betekent heer of meester, en is een bekende naam van afgoden. Boscheth betekent schaamte, schande. Vergelijk Jer. 3:24. 2Sa 9.6,10 Jer 3.24
Copyright information for
DutKant